Ook dit keer fietsen we ten bate van het Alyn Kinderziekenhuis in Jeroesjalajiem. De inschrijfkosten (€ 50,-) komen dan ook volledig ten bate van dit ziekenhuis. Alle informatie over de Eroev Ride vindt u hier. Direct inschrijven kan via deze link .
IN MEMORIAM LOU BRILLESLIJPER
Al hakateef
Als u deze regels onder ogen krijgt is het twee weken geleden dat de heer Lou (Jehoeda) Brilleslijper deze wereld op 84-jarige leeftijd verliet. De heer Brilleslijper was een bijzondere man, een Amsterdammer in hart en nieren. Hij was ook iemand die de ontwikkeling van de Joodse Gemeente vanaf de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog helemaal heeft meegemaakt. Zijn ouders waren, zoals dat toen heette, ‘ambtenaren’ van de NIHS. Hij groeide op in een Joods huis, van waaruit met hart en ziel alles werd gedaan om de Joodse gemeenschap weer op te bouwen en te laten bloeien. Ook de heer Brilleslijper zelf heeft, samen met zijn echtgenote, veel bijgedragen aan onze gemeenschap. Voor kleine en grote dingen kon altijd een beroep op hen worden gedaan. Ook was en is huize Brilleslijper een ankerplaats voor velen.
De heer Brilleslijper was ook een trouw lid van de chewra kadisja, de groep mensen die onze doden klaarmaakt voor de lewaja (begrafenis). Leden van de chewra kadisja krijgen bij hun lewaja een speciaal eerbetoon. Tijdens hun leven doen ze alles met gepaste stilte en bescheidenheid. Bij hun overlijden wordt de kist op de schouders naar buiten gedragen, waarbij de woorden al hakateef (op de schouders) worden uitgeroepen. Ook worden de leden van onze chewra kadisja op een speciale rij begraven op Muiderberg. Zij die bij leven voor anderen de laatste zorg regelden, zijn daar weer samen.
Er was nóg iets dat opviel bij de lewaja. Door twee familieleden werd gememoreerd dat Lou Brilleslijper een bepaald liedje heel bijzonder vond, een liedje dat zijn oorsprong vindt in een tekst van Rav Nachman van Breslav (1772-1810). Nu is het Breslau van eind achttiende eeuw een beetje ver van de Obrechtstraat van de jaren vijftig waarin Lou Brilleslijper is opgegroeid. Maar dat is het ‘m nou net. Lou Brilleslijper was als het ware een brug tussen die twee werelden.
Het liedje vertelt dat, ook al voelt en lijkt men nog zo verlaten van en door Hasjem, men Hem ook dan kan tegenkomen. G-d is namelijk overal en altijd te vinden. Lou kreeg dat besef mee van zijn ouders en gaf dit op zijn beurt door aan zijn kinderen en kleinkinderen. Als je de ziel van een liedje met je meedraagt, dan wordt het liedje een deel van jou.
Dat G-d zich soms verbergt, lezen we ook over twee weken in de Tora op de sjabbat direct na afloop van de sjelosjiem van de heer Brilleslijper. G-d kondigt daar (Dewariem 31:18) aan dat Hij Zich zal verbergen. Maar, zo zegt rabbijn Mozes Schreiber (1762-1839), die bekend is als de Chatam Sofer: “Het is aan ons of G-d Zich echt verborgen houdt.” Want als we onze dagen vullen met Tora en mitswot, dan is er geen duisternis; dan is er volop licht. Voor de heer Lou Brilleslijper gold wat in psalm 27:4 staat: “Dat ik in het huis van de Eeuwige mag wonen zolang ik leef.” Al die mitswot, al die jaren zo intens en mooi Joods geleefd, die maken dat we kunnen zeggen dat die pasoek zeker van toepassing is op Lou Brilleslijper.
Wij wensen de hele familie Brilleslijper, hier en in Israël, veel troost en sterkte toe. Mogen de volgende generaties steeds doorgaan op de door hem ingeslagen weg. En moge zijn ziel gebundeld zijn in de bundel van het eeuwige leven.
Rabbijn Shmuel Katz
|