In deze aflevering van BADÈRECH aandacht voor POERIEM en AMALEEK

AMALEEK

De tora gebiedt: ‘Gedenk wat Amaleek je heeft aangedaan!’

Amaleek was het volk dat de juist uit Egypte bevrijde slaven – onze verre voorouders – aanvielen. Dat mogen wij niet vergeten!

Een vraag: Is hierbij de uitdrukking ‘de rest is historie’ van toepassing?

Absoluut niet. Amaleek bestaat nog steeds; ook in spirituele zin. Soms worden wij warm van binnen; aangesproken door het schitterende geloof dat jodendom heet. Maar helaas, vaak wordt die warmte bekoeld en is het enthousiasme verdwenen.

Het is een verschijnsel dat wij vaak zien bij tieners. Vieringen vol inspiratie ter gelegenheid van het bat- en barmitswa worden! Voornemens méér te gaan doen aan de praktische schitterende beleving van het Jodendom.

Maar dan de vraag: ‘Waar zijn al die enthousiaste jongens en meisjes van toen gebleven?! Wat bleef er over van de Joods gevoelvolle besluiten van de feestvierende ouders?!’

Dat verschijnsel is Geestelijk Amaleek. En de Tora zegt ons: ‘Denk daarover na! Doe daar wat aan! Gedenk wat Amaleek ons – toen en nu – heeft aangedaan en nog steeds aandoet!’

POERIEM

Poeriem begint ’s avonds en heeft de volgende mitswot (voorschriften).

- Kom ’s avonds luisteren naar het voorlezen van de Megilla – het boek Esther.. En herhaal dat de volgende dag.

- Breng overdag twee gerechten en/of drinken naar minstens één vriend of vriendin (misjloach manot).

- Geef overdag geld aan minstens twee arme mensen/gezinnen. Digitaal overmaken mag ook, bijv. naar een daarvoor afgesproken centraal adres.

- Vier in de middag de redding van Poeriem met een smakelijke, gezonde maaltijd. Dit kan zelfverzorgd thuis of bij anderen. Doe dit liefst met een glaasje wijn erbij. (Houd wel rekening met Rabbi Bob!)

Een reden voor het gebod van misjloach manot.

Nadat Haman ten val was gekomen, het dreigende gevaar van de ondergang op wonderbaarlijke wijze was afgewend, vroeg iedere Joodse man en iedere Joodse vrouw zich af: “Aan wie heb ik deze redding te danken? Om wie heeft G’d dit wonder verricht? Om wiens verdienste is alles ten goede gekeerd?”

En iedereen dacht bij zichzelf: “Om mij is het zeker níet gebeurd. Want wie ben ik, met mijn fouten en tekortkomingen, dat G-d voor mij een wonder zou doen?”

En men concludeerde: “Het is zeker de verdienste van anderen dat ik ben gered. Kom, laat ik die anderen voor mijn redding gaan bedanken!”.

Die dank werd uitgedrukt in geschenken van spijs en drank. Iedereen bracht de ander een dergelijk geschenk. Dat alles – én de giften aan de armen – droeg bij tot de stemming van “licht en vreugde en blijdschap en pracht.”

Zo wordt het ontstaan van de Poeriem-mitswah van misjlo’ach manot (sjlach mones) verklaard. Zo willen wij ook dit jaar weer deze mitswa vervullen.

TENSLOTTE: Vorstelijke Poeriem Grapjes om te Lachen

Voor ons was de geschiedenis goed afgelopen. Maar niet voor Haman. Opgehangen.

Nou zat het zo dat Haman voor de volgende dag een afspraak had. Toen de desbetreffende bezoeker bij Zeresj, Hamans vrouw, kwam – zij wist nog niet wat er met haar man was gebeurd – en informeerde of zij misschien wist waar haar man was, antwoordde zij:

‘Im ba’alie Haman keen ò lò jawo? Zè TALOEJ!’

‘Ik heb geen idee waar hij uithangt.’

‘I don’t know where he is hanging out.’

Ook voor die bezoeker, die op een goed gesprek met Haman had gehoopt, was dit een strop… ! ! !

S J A B B A T S J A L O M en P O E R I E M S A M E A C H ! ! !

Uw rabbijn I. Vorst

Deze pagina delen