Dieper nadenken over wie dit heeft gemaakt

Wanneer je een meesterlijk schilderij bekijkt, zie je dan alleen de kunst, of leidt dit ertoe dat je ook aan de schilder denkt?

Wanneer je van een prachtig feest geniet, denk je dan uitsluitend aan het eten en de ambiance, of denk je ook aan de chef de cuisine?

Wanneer je de zonsondergang aan de horizon van de zee gadeslaat of deze bij een schitterende onbewolkte hemel ziet, denkt je dan uitsluitend aan wat je ziet, of aan meer?

Velen zien dan moeder natuur in al haar glorie: de voorspelbare, onveranderlijke patronen van de natuurlijke orde. Het zien van de schoonheid en het mysterie van het universum inspireert iemand om de geheimen van de aarde te bestuderen, de wetten waarmee dit werkt te ontdekken en zijn ontzagwekkende kracht te benutten.

Slechts enkelen zien verder dan dit natuurlijke fenomeen.

De profeet Jesjajahoe zegt ons: "Se’oe marom eeneegem, oere’oe mie bara elèh (hef uw ogen op naar de hoogte en zie wie deze heeft geschapen)”. Jesjajahoe zegt: “Kijk toch eens goed naar het prachtige en ontzagwekkende universum”. Dit brengt ons ertoe om de vraag te stellen: "Wie heeft deze geschapen, wie is deze schepper en wat doet hij nog meer?”

3.500 jaar geleden was het land Egypte (Mitsrajim in het Hebreeuws) de meest geavanceerde samenleving van de toenmalige wereld. Het begrip van de wetenschap was ongeëvenaard en de Egyptenaren waren ook de experts in het benutten van de kracht van de natuur in hun voordeel. Spiritueel waren ze echter beperkt.

Ze bestudeerden het universum, ze aanbaden de natuur, maar ze stelden niet de belangrijkste vraag: "Wie heeft deze gemaakt?"

Door te vragen: "Wie heeft deze gemaakt?", komen we vervolgens tot de vraag “Waarom schiep Hij?" en "Wat verwacht de Schepper van ons?"

De kabbalisten verklaren dat Mitsrajim (Egypte) is samengesteld uit de woorden metsar jam. Metsar betekent "beperking" en de letters van het woord jam kunnen worden omgedraaid om het woord mi te vormen en betekent "wie".

Met andere woorden, Mitsrajim is een cultuur die iemand verhindert de vraag te stellen "Wie?" De Egyptische cultuur moedigde eenieder aan om allerlei vragen te stellen over het universum, behalve de vraag die zou leiden tot vrijheid van de beperkingen van de materiële wereld en de vraag die zou leiden naar de verbinding met de Schepper.

Egypte verhindert dat iemand het pleidooi van Jesajahoe vervult om 'je ogen omhoog te richten en te zien wie deze heeft geschapen'

“In Egypte zijn” betekent een reeks wetten zien die de overhand hebben bij het kijken naar de natuur en de mens in zijn greep houden, hem tot slaaf maken van zijn natuurlijke gewoonten, verleidingen en tekortkomingen.

De Tora vertelt ons dat wij iedere dag de uittocht uit Egypte moeten onthouden, want elke dag worden wij eraan gehouden om ons te bevrijden van onze beperkingen die ons tegenhouden om de persoon te zijn die wij willen zijn en de persoon te zijn die wij kunnen zijn.

Wij zijn pas uit Egypte bevrijd, als het kijken naar de natuur ons brengt tot de erkenning van de Schepper, die ons zijn oneindigheid schenkt, waardoor wij ons kunnen bevrijden van de grenzen van de natuurlijke orde, die vervolgens zullen leiden tot verandering in de wereld om ons heen en in onszelf.

Twee keer per dag bedekken wij onze ogen en zeggen wij het belangrijkste Joodse gebed, Sjema: “Hoor Israël, Hasjem is onze G-d, Hasjem is Eén”. Het woord “horen”, sjema, is een acroniem voor de woorden Se’oe Marom Eneegem, "hef uw ogen op". Door sjema te zeggen, kunnen wij naar de natuur kijken en de Schepper van het universum ervaren. Door

onze ogen naar de hemel op te heffen, kunnen wij de grenzen van de beperkte realiteit overstijgen door ons te verbinden met Zijn transcendente bestaan.

U allen een warme sjabbat toegewenst,

Rabbijn Zwi Spiero, Staat voor u klaar!

Joodse Gemeente Amsterdam

06-52328065

Deze pagina delen