Over twee prinsen en twee koningen

Als er een prins is die afgelopen week in het nieuws was, dan is het de Engelse prins Harry, die zich met zijn vrouw Meghan terugtrekt uit het leven vol publieke verplichtingen en grotendeels in Canada gaat wonen. Een opmerkelijke stap voor een echtpaar dat in een gespreid bedje leek te zijn terechtgekomen; een bedje waarin alles is geregeld. Waarom doen ze deze stap terug? De boodschap van dit stel is: Wij zijn mensen van vlees en bloed. We zijn niet onkwetsbaar, hebben het recht onszelf te beschermen tegen zwartmakerij en pesterijen. Als jullie, Britten, ons dat niet gunnen, dan zijn we niet langer in business. Ons gezin komt op de eerste plaats. Het is een dappere boodschap in deze moderne tijd. Een boodschap die bovendien aansluit bij de parasja van deze week, waarin Mosjé Rabenoe, ‘the prince of Egypt’, de hoofdpersoon is. Mosjé Rabenoe is natuurlijk allesbehalve een gewone prins, maar het maakt dit verhaal wel duidelijker. In de Tora wordt, voordat Mosjé Rabenoe de tien plagen in gang zet, de complete familiegeschiedenis van Mosjé Rabenoe uiteengezet.

Vele verklaarders hebben zich hierover verbaasd. Waarom is het nodig alles over de misjpoche van Mosjé Rabenoe te weten? Rabbijn Samson Rafael Hirsch zegt daarop dat we ons door die verhalen realiseren dat Mosjé weliswaar heel bijzonder was, maar toch ook een gewoon mens. Hij was het kind van gewone mensen. Een man die over de aanleg en kwaliteiten beschikte om het Joodse volk te leiden, maar ook een man, die meermaals twijfelde aan zijn eigen kunnen. De Tora laat ons hier zien dat in het menselijke de grootheid schuilt.

De boodschappen van beide ‘prinsen’ sluiten op elkaar aan. Wij weten dat Mosjé Rabenoe een uitzonderlijk mens was, die tot bijzondere dingen in staat bleek. Hij gaf ons in het jaar 2447 de boodschap dat hij in de eerste plaats mens was. De Britse prins Harry komt 3333 jaar later met de boodschap: Mijn vrouw, ons zoontje Archie en ikzelf kunnen een bijzondere positie hebben, maar wij zijn gewone mensen en we willen menselijk worden behandeld.

Dat brengt me bij de koningen. Koning Willem-Alexander zei in zijn toespraak eind december dat twijfels, verdriet en gevoelens van eenzaamheid er mogen zijn, dat mislukkingen en tegenslagen ook bij het leven horen. En dat we onszelf in de jacht naar geluk en succes soms voorbijlopen. Hij sprak ons moed in.

Mosjé Rabenoe heeft het Joodse volk veertig jaar geleid. G-d heeft hem in die veertig jaar keer op keer moed ingesproken. En daarmee heeft onze Schepper, de Koning der koningen, Mosjé Rabenoe niet alleen op de been gehouden, maar hem bovendien steeds opnieuw het beste uit zichzelf laten halen. En ook dat is een boodschap van de Tora die tot nadenken stemt.

Rabbijn Shmuel Katz

Deze pagina delen