Meet/meat me kosher

Deze week beginnen wij met het volgende sefer van de Tora. Met sefer Sjemot. Al heel snel verschijnt Mosjé Rabenoe ten tonele. Maar hij loopt gevaar. Zijn moeder Jochewed heeft maar één oplossing. Ze plaatst hem in een rieten mandje in de rivier. Mosjé wordt gevonden door de Egyptische prinses Batja. Het kleine mannetje heeft honger. Ze gaat op zoek naar een Egyptische moeder die hem wat van haar moedermelk kan geven. Batja vindt iemand maar, zo vertelt de midrasj, het knaapje houdt de kaken stijf op elkaar, hij weigert te drinken. De melk van deze vrouw is ‘niet kosjer’ hij wil alleen melk van een Joodse vrouw drinken. Mosjé Rabenoe zegt: “Meet me, maar dan wel kosjer.”

Nog weer laten moet Mosjé vluchten. Hij komt terecht in Midjan en komt in aanraking met Jisro en zijn dochters. Hij helpt de dochters, als herders hen niet toelaten bij de bron. Jisro hoort wat er is gebeurd en zegt: “Nodig deze man uit, laat hem bij ons komen eten.” Jisro denkt ondertussen dat Mosjé wellicht de geschikte man is voor een van zijn dochters. Het blijkt een schot in de roos. Zo vindt Mosjé Rabenoe zijn vrouw Tsipora, met wie hij trouwt en die hem twee kinderen geeft: Gershom en Eliezer. Ook dat was weer een kwestie van ‘meet me’, meet een kosjere en fijne vrouw.

Mosjé Rabenoe komt terug naar Egypte en dan volgt het verhaal van de uittocht. Tien plagen overvallen de Egyptenaren, de ene na de andere. Dan beveelt G-d dat iedereen een Pesachoffer moet brengen en ook moet opeten. De Tora geeft daarbij een heleboel voorschriften. Zo moest het lam helemaal gebraden worden, er mocht geen botje breken en er mocht ook niets van overblijven tot de volgende dag. Allemaal regels die het Joodse volk nakwam. De volgende dag verlieten onze voorouders Egypte. En dat was echt ‘meat me kosher’.

Dan komt Jisro naar de woestijn. Hij heeft gehoord over de tien plagen, over de uittocht en over de wonderen van de doortocht door de zee. Jitro wordt uitgebreid ontvangen door Mosjé Rabenoe. Dan serveert Mosjé hem ook de maaltijd, waarbij alle geleerden aanzitten. “Waarom staat er daar in de Tora dat ze bij die maaltijd voor G-d zaten, vraagt Rasji. Hij geeft zelf het antwoord: Heb je een maaltijd waar geleerden aanzitten, dan is het alsof HaSjem zelf er ook bij is. Meer meet me kosjer kan het niet.

We slaan drie millennia over. Nu staat er hier in Amsterdam een heus Meat me kosher, niet voor Mosjé Rabenoe of voor Jisro, maar voor ons. Daar gaan we naar toe op 29 januari om 18:00 uur. Om de prijs hoeft u het niet te laten NIHS leden betalen slechts 20 euro voor een volledige maaltijd. Voor aanmelden klik hier.

 

Rabbijn Shmuel Katz

Deze pagina delen