JODENDOM - EEN AANSTEKELIJK GELOOF…

Kaarsen met Sjabbat. Kaarsen met Jomtov-de Joodse Feestdagen. En binnenkort weer de jaarlijkse Chanoeka-kaarsen. Een aanstekelijk geloof, absoluut!

Om u, indien nodig, BADÈRÈCH = OP WEG te helpen, wijd ik deze aflevering aan het komende feest van Chanoeka.

Er geschiedde een wonder: één kruikje reine olie werd gevonden. Wonderolie dus!

Nou, en?

Als er geen kruikje reine olie zou zijn gevonden, wat dan? Dan had men de Tempel-menora met onreine olie mogen aansteken. Zo is de Halacha, de Tora-wet. Dus was het wonder van het vinden van dat kruikje reine olie eigenlijk helemaal niet nodig!

Toch wel. Want er werd door sommigen beweerd dat het maken van verschil tussen rein en onrein onzinnig was. Dat het niet logisch was. Want je ziet immers geen verschil. En dus is er geen verschil.

Geen verschil werd beweerd. Niet wat betreft reinheid en onreinheid van olie, maar ook niet wat betreft voedsel, lichamelijke toestanden, zes dagen en een aparte zevende dag. Noem maar op. Dat de Tora daar wel over spreekt, was voor de verlichte Hellas-Jood niet meer actueel.

Maar volgens de Chanoeka-helden Matitjahoe en zijn zoons was dat wel essentieel. Het raakte volgens hen het wezen van het Jodendom. En daarmee het voortbestaan van het Joodse volk als totaliteit en het voortbestaan van iedere Joodse vrouw/man/jongen/ meisje als persoon.

Zo wordt verklaard dat het wonder van dat ene kruikje reine olie niet onnodig, maar juist heel nodig was. Zoals hierboven is beredeneerd. Het wonder van dat kruikje olie was een bovennatuurlijke, duidelijke indicatie aan welke kant G.d stond. En staat. We zijn er nog. En willen dat weten. En laten zien. Door het aansteken van de menora, de Chanoeka-lamp.

DE MENORA

Een menora. Te koop, naar ik veronderstel, in de WIZO-shop. In Judaica winkels. Maar in het geval dat u geen menora ter beschikking hebt; thuis, of op reis, op kamp (ik hoop Chanoeka te vieren in het NIK-jeugdmachanee van Tikwatenoe!), dan kunt u bijvoorbeeld volstaan met theelichtjes. Of losse kandelaartjes. Naast elkaar in een rechte lijn - horizontaal en verticaal - neergezet.

Hoe dan ook, de twee beracha-lofzeggingen (de eerste keer dat u aansteekt drie berachot) zijn dezelfde. Deze beracha-teksten hoop ik in de volgende aflevering van Badèrèch op te nemen.

Nu eerst een filosofisch-mystieke beschouwing over de openingswoorden van een beracha. Daarmee krijgt het uitspreken ervan meer betekenis, meer spirituele diepgang.

Een beracha begint met het woord baroech. Indertijd door mij en mijn drie medeschrijvers van de Badèrèch-afleveringen vertaald met moge worden naderbij gebracht en niet met het gebruikelijke geprezen of geloofd.

Wij hadden/hebben hiervoor meerdere redenen:

  1. Ons inziens komt met geprezen of met geloofd de betekenis van het woord baroech niet of nauwelijks naar voren. Met naderbij gebracht wel.
  2. Deze vertaling doet ook goed uitkomen dat het zeggen van een beracha niet zomaar het prevelen van een gebedsformule is. Nee, door het zeggen van een beracha doe ik iets gebeuren, breng ik iets op gang, roep ik een reactie op: G.d wordt naderbij gebracht; nader tot de wereld, nader tot mij!
  3. In dit verband willen wij ook wijzen op de ‘sprong’ van de tweede naar de derde persoon in de formulering van de beracha: atta-U – tweede persoon, maar – bij voorbeeld – daarna: a’sjèr kide’sjanoe bemits’wotav - Die ons heeft geheiligd door Zijn geboden – derde persoon.
  4. Dit wordt o.a. als volgt verklaard: We beginnen met de tweede persoon omdat wij tot G.d spreken in Zijn Aanwezig-zijn; wij voelen G.d erg dicht bij ons. Maar G.d is tevens de ‘Koning van de wereld’; Hij is ook de oneindig grote en verheven Macht Die het universum heeft geschapen en Die dit doet functioneren met een kennis en een kracht die ons voorstellings- en bevattingsvermogen ver te boven gaan. Hier ervaren wij G.d als verborgen voor ons. We kunnen daarom van G.d zeggen dat Hij ‘aanwezig’ is én ‘absent’, geopenbaard én verborgen.
  5. We kunnen G.ds kracht en wijsheid zien zoals deze zich manifesteren in de wereld rondom ons: manifesterend, dat wil zeggen geopenbaard. Maar Zijn eigenlijke Wezen zien we niet, is ons niet bekend: verborgen.
  6. Dit alles drukken we uit door in het ene geval de tweede en in het andere geval de derde persoon te gebruiken.
  7. Concluderend: door het zeggen van een beracha kunnen we bewerkstelligen dat verborgen aspecten van G.d (derde persoon) atta worden (tweede persoon). Naar ons gevoel is G.d dan naderbij gebracht – baroech!

                     IK wens u een  SJABBAT  SJALOM  en graag  TOT  VOLGENDE  WEEK !

Deze pagina delen