Rabbijn ing. I. Vorst

‘En als het voorbij is
verlang je alweer
naar het volgende jaar
naar de volgende keer!

Zo liet Clara Asscher-Pinkhof ons, kinderen – in een van haar kindergedichtjes – zingen wanneer Pesach voorbij was: Op de Pesach-melodie van Addier Hoe.

Ik heb het lied ook nu weer – geen kind meer – gezongen. Gedurende de maand chesjwan, die nu ten einde loopt. Ik zong het omdat in deze maand – chesjwan dus – al die bijzondere dagen van de maand tisjri (Rosj Hasjana, Jom Kippoer en verder t/m Simchat Tora) niet voorkomen.

‘En als het voorbij is, verlang je alweer.’

De maand chesjwan wordt niet voor niets ook MarChesjwan genoemd. Mar-bitter; omdat er in deze maand geen feestdagen zijn. (Tussen haakjes: de reden voor die toevoeging Mar aan de naam van de maand is o.a. ook omdat in Israel nu het regenseizoen begint. Mar in het Ivriet betekent ook waterdruppel.)

Maar nu de vraag: is alles nu echt voorbij? Moeten wij nu wachten tot er weer iets is om te vieren? Namelijk Chanoeka. Nee! Absoluut niet! Want elke week, steeds weer na zes dagen, wordt het sjabbat!

‘Meer dan het Joodse volk de sjabbat heeft gehouden, heeft de sjabbat het Joodse volk in stand gehouden.’

Het is een beroemde uitspraak. OK. Het mag dan maar één letter verschillen, maar beweRen is nog niet beweZen. Ik doe een poging om die bewering te bewijzen.

Beginnend met de vraag: “Waarom eigenlijk duurt een zonnejaar 365 dagen?”
Antwoord: “Omdat de aarde die 365 dagen nodig heeft om eenmaal zijn baan om de zon te doorlopen.”

Nog een vraag: “Waarom heeft het Joodse maanjaar 12 maanden van 29 of 30 dagen?” (het Joodse schrikkeljaar buiten beschouwing gelaten).
Antwoord: “Omdat de maan een cyclus van 29/30 dagen heeft. En daarom is het logisch de 365 dagen van het zonnejaar in 12 maanden te verdelen.”

Samenvattend: Het aantal dagen van jaar en maand zijn gerelateerd aan – voor het oog van de leek – zichtbare bewegingen van zon en maan.

Dan nu de volgende vragen:

“Waarom heeft een week eigenlijk juist zeven dagen? Is er daarvoor – gezien door het oog van de leek en niet door het oog van de astronoom – een overeenkomstige reden? Zoals die er bij de duur van jaar en maand wel is? Eindigt er iets of begint er iets na verloop van 7 dagen?”

Mijn vraag nu: “Zou het niet veel praktischer zijn de 365 dagen van het jaar te verdelen in bij voorbeeld 36 korte weekperiodes van 10 dagen, gevolgd door een nog kortere periode van 5 of 6 dagen?”

Nog een vraag daar bovenop: “Waarom worden niet alleen de begrijpelijke tijdsindelingen van jaar en van maand, maar ook de ogenschijnlijk niet begrijpelijke tijdsindeling van de zevendaagse week algemeen in onze mensenwereld aangehouden?”

Het antwoord lijkt mij te zijn: “Want in zes dagen schiep G-d hemel en aarde. Op de zevende dag was G-d met Zijn scheppingswerk gestopt.”

Vandaar de week van 6+1=7 dagen! Universeel! Universeel? Nee, niet helemaal. Niet in alle opzichten. Want het Christendom verschoof de ‘zevende’ dag naar zondag. En de Islam vervroegde de ‘zevende’ dag naar vrijdag. Alléén voor het Joodse volk blééf de ‘zevende’ dag van de zevendaagse week de ‘zevende’ dag. De sjabbat blééf sjabbat. En zoals de sjabbat als de ‘zevende’ dag bleef bestaan, zo bleef en blijft ook het Joodse volk bestaan. Als volk. En als gemeenschap. En als individu. Daarom ook is het mijn bedoeling à la Badèrech u wekelijks te vertellen hoe de sjabbat gevierd kan worden.

‘En als het voorbij is, verlang je alweer.’
Naar de volgende bijdrage…

Deze pagina delen