Deze week had ik een interessante ontmoeting op de Maasstraat. Daaraan terugdenkend heb ik een nieuwe visie op een stukje uit de parsja van deze week.

Terwijl ik bezig was te betalen bij de parkeerautomaat begon iemand met mij te praten. Het gesprek ging eerst over de veiligheid in Amsterdam maar al snel over de nieuwe regeling van de NS. Hiermee komt een stukje genoegdoening voor een groot onrecht ons aangedaan.

Dit verhaal doet me denken aan de episode met Bileam en de ezel. De ezel ziet de engel staan maar Bileam niet. Bileam denkt dat de engel hem voor de gek houdt. Hij slaat de ezel twee keer en gaat verder totdat de engel ook voor hem zichtbaar wordt, waarop hij met de mond vol tanden staat.

Bepaalde misstanden gaan door. Het lijkt alsof niets hier verandering in kan brengen, totdat opeens het moment daar is dat de waarheid brengt. Het stootblok in Westerbork fungeert hiermee als het ware als een voorbode van die engel. Daar in Westerbork stopt het fysieke spoor maar het heeft ook een boodschap, eens zal dit spoor echt tot staan worden gebracht en de realiteit inzien.

Er is nog een parallel. Balak spaarde kosten nog moeite om Bileam uit te nodigen. Hij geeft ook aan, zelfs al geeft Balak mij zijn gehele goud en zilver voorraad dan nog kan ik de waarheid in de vorm van hashems woorden niet overtreden. Zo ook nu. Het geld wat de NS eens kreeg voor al die transporten heeft uiteindelijk de waarheid nooit kunnen verbloemen.

Als we dan toch bezig zijn met een replay laten we ons zelf dan ook iets ter harte nemen. Bileam kijkt op een gegeven moment naar de tenten van onze voor ouders. Hij ziet hoe ze niet naar elkaar gekeerd zijn maar juist van elkaar afgewend. Daardoor kunnen ze niet bij elkaar naar binnen kijken. Hierdoor is er maximum privacy. En wij? Hoe vaak kijken we niet bij anderen naar binnen, soms letterlijk soms figuurlijk. Regelmatig matigen we ons dan een oordeel aan. Maar net zo regelmatig is dat oordeel fout of incompleet. Ook wij komen dan voor een stootblok te staan. Laten we dat betreft ook maar iets leren van die bijzondere ezel. Met onze eerlijkheid kunnen we hopen dat de oneerlijkheid van anderen wordt geneutraliseerd.

Misschien is dat ook een antwoord op een vraag die die man daar stelde, daar midden in de Rivierenbuurt. Hij zei: Alleen ik ben een kleinzoon ik krijg niets. Die deal is misschien wel goed maar ik wordt daar niet beter van. Ergens heeft hij gelijk. Gelijk samen met al diegenen van de derde generatie die nu de pijn extra hard voelen. Ik voel mee met al diegenen. Of er iets aan te doen is weet ik niet. Maar laten we dat ongelijk gebruiken om ook eens te werken aan onze eigen eerlijkheid en ons oordeel over anderen.

 

Deze pagina delen