Beste dierbare lezer,

Met pesach zullen wij wederom gaan seideren. De één doet dit met het gezin en de ander met familie en vrienden en weer een ander op een gezellig vakantieoord.

Tijdens de seider staan wij stil bij een groot aantal gebeurtenissen dat ons volk 3331 jaar geleden is overkomen. Deze ervaringen, samen met die van de generaties daarvoor, hebben een solide basis gelegd voor de vorming van ons volk.

Wij ontvingen de Tora, hebben 40 jaar lang in de woestijn rondgezworven en arriveerden in Israel, waar onze voorouders uiteindelijk de Beet Hamikdasj hebben gebouwd. Na verloop van tijd werd deze verwoest en kwamen wij buiten Israel in ballingschap terecht, waarna onze voorouders gedurende 2 millennia continu werden vervolgd.

Aan begin van de Hagada nemen van wij de mening van de rabbanim, onze geleerden, ter harte. Niet alleen nu, maar ook in de tijd na de komst van de Masjiach, dienen wij nog steeds melding te maken van de wonderen die zich hebben afgespeeld rondom de uittocht uit Egypte, omdat het concept uittocht en bevrijding toen in gang is gezet en zich heeft voltrokken. In zekere zin maakt alles dat zich sindsdien heeft afgespeeld onderdeel uit van een massale vlucht, een uittocht en één lange exodus.

Alles waarmee wij dagelijks bezig zijn en geconfronteerd worden is een volgende stap in het verlaten van onze persoonlijke ballingschap en ook die van de wereld in het algemeen. Het ontdoen van het negatieve. Het verlaten van Egypte was de eerste sprong voorwaarts en sindsdien zijn wij die op dat elan. Heel de idee van menselijke ongebondenheid om later vrijheid en uittocht mee te maken begon en komt voort uit deze uittocht.

Vervolgens behandelt de Hagada de vier zonen:

De verstandige, de kwaadwillende, de onschuldige en het kind dat niet vragen kan.

De Hagada leert ons hoe te reageren op de unieke behoeften van vier verschillende types van kinderen, of eventueel hetzelfde kind, afhankelijk van de omstandigheden en de motivatie achter de vraag.

Het verstandige kind toont zijn opwinding voor Tora-leren, terwijl hij zich er ook over verbaast dat G’d zich bekommert over allerlei rituelen. Waarom storten wij ons dan niet op filosoferen en mediteren, vraagt hij. Wij leggen hem dan uit, dat G’d wil, dat wij ons, inclusief onze cognitieve eigenschappen, met hem verbinden door middel van het doen van mitswot.

Het kwaadwillende kind sluit zich uit van het gebeuren tijdens de seider. Toch is het aan ons de schone taak om hem er nu bij te betrekken. De uittocht van Egypte heeft zich afgespeeld vóór de ontvangst van de Tora, nu zijn wij daar ruimschoots aan voorbij. Geef hem een plek naast het verstandige kind, waardoor hij hem de mooie ervaringen van Tora en mitswot uit de doeken kan doen en wellicht hij hierdoor geïnspireerd wordt.

Het onschuldige kind is weliswaar niet zo briljant, maar op een bepaalde wijze staat hij meer in contact met de abstracte G’d.

Het kind dat niet vragen kan, doet wel wat er gedaan moet worden, maar is er niet bij betrokken en vraagt zich ook niets af. Zorg ervoor dat hij vragen stelt, zodat hij ook Tora leert en het tot hem doordringt.

Er is echter nog een 5e kind, dit kind komt niet naar de seiderviering toe. Aan ons allen is de plicht en verantwoordelijke taak weggelegd deze groep wel aan de Seider tafel te krijgen.

Ontzettend veel succes!

Met een vriendelijke Pesach kasjeer we’sameach groet,

Rabbijn Zwi Spiero

Joodse Gemeente Amsterdam

Deze pagina delen